Bezinningsbijeenkomst

Liturgie zondagmorgen 21 augustus

Tekst:

Genesis 27: 22-23 Toen kwam Jakob bij, tot zijn vader Izak, die hem betastte; en hij zeide: De stem is Jakobs stem, maar de handen zijn Ezau’s handen. Doch hij kende hem niet, omdat zijn handen harig waren, gelijk zijns broeders Ezau’s handen; en hij zegende hem.

Thema:

De aartsvaderlijke zegen

• In ongeloof misverstaan
• Door bedrog verkregen
• Uit genade geschonken

Liturgie:

Psalm 92: 1, 2 
Psalm 92: 7

Lezen: Genesis 27

Psalm 65: 1, 2 en 3

Psalm 20: 1, 5

Psalm 27: 5

Psalm 146: 3

Vragen bij de preek:

1. Aan wie wil Izak de aartsvaderlijke zegen doorgeven?
2. Zou Izak geweten hebben dat die zegen voor Jacob was bestemd?
3. Wat had Ezau tegen zijn vader moeten zeggen?
4. Klopt de zegen uit vers 28 wel voor een jager als Ezau?
5. Waaruit blijkt dat Izak en Rebekka innerlijk uit elkaar zijn gegroeid?
6. Welk voorstel doet Rebekka aan Jacob?
7. Wat had Jacob tegen zijn moeder moeten zeggen?
8. Hoe reageert Ezau als hij het bedrog van Jacob ontdekt?
9. In Hebr. 11:20 staat dat Jacob zijn zonen ‘door het geloof’ gezegend heeft. Hoe kan dat? Lees hiervoor Genesis 28:3-4!
10. Wat is de les van dit alles voor ons?